woensdag 6 november 2013

Together Forever

Hij stond voor de spiegel en plukte een pluisje van zijn revers. “Op donker zag je ook alles” bedacht hij zich met een wrange glimlach. Een laatste blik en een tevreden knikje.
Ja, hij was klaar.
Is een mens eigenlijk ooit klaar om afscheid te nemen?
De dag was er in ieder geval druilerig genoeg voor. Echt een dag voor een begrafenis. Triest zette hij koers richting de kerk, waar zijn buurman vandaag begraven zou worden. Veels te jong. Natuurlijk veels te jong. Zo jong zou geen één vader dood mogen gaan. Twee jong volwassen kinderen achterlatend.
Maar terwijl hij verder reed realiseerde hij zich, dat afscheid soms ook de eerste stap naar vereniging kon zijn.

Zijn buurman was de klap van het overlijden van zijn vrouw nooit echt te boven gekomen. Hij miste de liefde van zijn leven dag in dag uit. Iedere minuut van de dag was hij met zijn hart en ziel bij haar. Ondanks de zorg voor de kinderen die nu volledig op hem rustte. Pubers nog eigenlijk, dus hij had er zijn handen aan vol. En nog zijn eigen bedrijf. Het was niet zo dat hij heel de dag tijd had om stil te zitten kwijnen.
Maar hoe druk hij ook was, zijn hart kwijnde wel. Stil verschrompelde het van verdriet. Hij miste haar zo verschrikkelijk, dat het haast niet te doen was.
Op een mooie dag keek de hele buurt omhoog.
Wat kwam daar nou aangevlogen? Een stel vleugels met een motortje eraan en een man die blij in het piepkleine zitje zat gewurmd. Rondjes vloog hij. Zo hoog mogelijk in de lucht, boven alle vertrouwde plekken in de buurt.
Geen spectaculaire kunstjes, geen eindeloos verre vluchten. Nee, hij cirkelde gelukkiger dan sinds lange tijd simpelweg rondjes boven zijn eigen huis en buurt.
Toen mensen hem vroegen wat hij nou toch had gekocht en aan het doen was, gaf hij heel rustig antwoord. “Zo kan ik dichter bij haar zijn.” En een waas van liefde verlichtte zijn gezicht. Dat het hoogstwaarschijnlijk ontzettend illegaal was kon hem niks schelen. En niemand die het in zijn hoofd haalde het te verklappen.

Toen werd ook hij ziek. Ongeneeslijk ziek. Zijn twee jongens keken met moedeloze ogen toe hoe hun vader meer en meer pijn kreeg. Het ging snel. Veels te snel.
En op die kwade dag nog maar heel kort geleden, kwam de verlammende boodschap dat hij nog maar een paar maanden te leven had.
Terwijl hij onderweg is naar de begrafenis van zijn buurman, bedenkt hij zich dat het nog veel sneller was gegaan dan de voorspelde paar maanden.
Alle auto’s in de straat een paar dagen geleden, deden het ergste vermoeden.
En ja, buurman was overleden. Zoveel pijn en geen kans meer op genezing. Zijn lief riep hem bij zich. Ze waren nu lang genoeg zonder elkaar.
Het was mooi geweest.
De jongens zagen hoe hun vader zich langzaam losmaakte van het leven. Zijn lichaam opgerold van pijn, nauwelijks in staat het te verdragen.
Samen waren ze sterk en konden ze troost putten uit het feit dat hun moeder met open armen op vader stond te wachten.
Ze riep hem.
Hij ging.

Aangekomen bij de kerk wist hij zeker dat de dood niet altijd het einde is. Liefde reikt veel verder dan we ons realiseren.
Twee mensen voor eeuwig in liefde verenigd.
Soms overstijgt de wens om bij elkaar te zijn de noodzaak op aarde te blijven.
Dat is geen afscheid.
Dat is een nieuw begin.
Midden in een bomvolle kerk kijkt hij naar de gezichten van zijn buurjongens. Wat doen ze het goed, wat zijn ze dapper. De halve stad lijkt zich wel in de kerk gepropt te hebben. En iedereen lijkt zich bewust van de vereniging van twee geliefden.
In zijn donkergrijs staat hij achterin de kerk en voelt een dubbel gevoel. Geen verdriet, maar ook geen blijdschap. Meer een gevoel van vrede?
Als de dienst is afgelopen is hij bijna één van de eersten die buiten zijn.
De zon schijnt.
Met een glimlach kijkt hij even naar boven en geeft een knikje richting hemel.
Voor eeuwig verenigd.


© Rafe
12 feb 2009

Geen opmerkingen:

Een reactie posten