De knal was oorverdovend en hij zag het zilver op zich af zoeven. Zijn hand
kwam in een reflex razendsnel omhoog en hij zag de angst over haar gezicht
flitsen, het verdrong de verdrietige wanhoop die tot dat moment haar gelaat
getekend had. Zijn snelheid voldeed niet.
De kogel trof doel.
Ze was veranderd de laatste maanden. Het waren kleine dingetjes maar ze
troffen hem keer op keer. Als hij onverwacht binnen kwam schokte haar lichaam
nauwelijks merkbaar, maar het schokte.
Hij zag het.
Hij had het
toegeschreven aan haar verdriet om het verlies van haar moeder. En Gód wat een
gruwelijk verlies moest zijn meisje dragen. Haar moeder was wreed om het leven
gekomen tijdens één van haar wandelingen in het bos. Wat deed zo’n oud mens ook
’s avonds laat tussen de bomen? Hij had het al zo vaak gezegd dat het
onverantwoordelijk was, maar als dochter van haar moeder had ze zijn bezwaren
weggewuifd en hem verzekerd dat haar moedertje wist wat ze deed. Sommige kruiden
moesten nu eenmaal ’s nachts geplukt worden.
Tja, de wilde beesten
hadden er blijkbaar anders over gedacht en hadden die onzalige nacht een
feestmaal gehad. Het was zo erg geweest dat ze niet eens afscheid hadden kunnen
nemen. De kist bleef dicht om hen de gruwelijke aanblik te besparen. Maar de
witte gezichten van de medewerkers van de begrafenisonderneming hadden boekdelen
gesproken. Om nog maar te zwijgen over de boswachter die haar gevonden had. De
goede man durfde zijn meisje niet eens recht in de ogen te kijken.
Ach….zijn
meisje toch. Hoe hij gewild had dat hij het haar had kunnen besparen, maar
tevergeefs. De gruwelijke dood van haar moeder had een wissel op haar getrokken
en hij troostte haar hoe en wanneer hij maar kon. Samen zouden ze er wel uit
komen, samen konden ze alles.
Langzaam was hij zich bewust geworden van
de kleine veranderingen. De blik in haar ogen als ze hem schijnbaar ongemerkt
gadesloeg bezorgde hem koude rillingen. Zodra ze zag dat hij haar blikken
voelde, glimlachte ze haar eigen lieve glimlach en hij ging haast aan zichzelf
twijfelen of die kille blik in haar ogen er wel geweest was.
Maar hij was
niet gek, hij wist het.
Ze had ook ineens voorgesteld te stoppen met
vegetarisch zijn. Stomverbaasd had hij haar aangestaard, zij was immers de
drijvende kracht achter hun macrobiotisch eten? Maar haar argument dat een
volwassen man zoals hij vlees nodig had in plaats van kikkererwten en tofu, had
hem als muziek in de oren geklonken en hij had zijn armzalige protest zeer snel
gestaakt.
Toch miste hij haar ongedwongen liefhebben. Het leek of er een
soort van muur tussen hen in was komen te staan en hij wist niet hoe hij de
barrière moest doorbreken. Soms voelde hij zich zo eenzaam naast die
onverzettelijke berg vrouwmens naast hem in bed, dat hij er stilletjes uitsloop
en naar buiten ging. Dan gaf hij zich zó over aan gepeins en diepe gedachten dat
de uren verstreken waren voor hij er erg in had en hij verkleumd tot op het bot
terug hun sponde inkroop, meer moe en verdrietiger dan ooit tevoren.
Soms
had hij het idee dat ze wakker was, maar zich stil hield. Uit respect voor haar
zwijgend verdriet zei hij niks en viel het laatste uur van de nacht alsnog in
een diepe slaap tot zij hem wekte. Haar toon was scherp geweest toen ze de wond
die over zijn borst liep zag en hij kon maar niet begrijpen dat ze zo bot
reageerde toen hij de oorzaak nóg maar eens vertelde.
Ze wist toch dat hij
bij het scherpen van de riek was uitgeschoten?
Hij zuchtte toen hij zag dat
de liefde van zijn leven zich terugtrok op een plek in haar hart waar hij niet
meer in staat was haar te bereiken.
De dagen vergleden en hij kon de
veranderingen nu niet meer negeren. Ze kwam amper nog buiten, behalve om het
graf van haar moeder te bezoeken, en als hij voorstelde om een avondje iets
leuks te gaan doen kon ze de vijandigheid in haar ogen nauwelijks verhullen. Het
enige onderwerp van hun bijna sporadisch geworden gesprekken was de manier
waarop haar arme moedertje om het leven was gekomen en haar onvermogen ermee om
te gaan. Als hij haar niet beter kende leek het wel of ze hém er de schuld van
gaf. Op hele donkere momenten vroeg hij zich zelfs in alle ernst af of de dood
van haar moeder haar geestelijke vermogens had aangetast.
De manier waarop
ze maar doorging over de gruwelijkheid ervan en haar zoeken naar een verklaring
waarom er in hun anders zo vreedzame bos een dodelijk monster geslopen was, was
haast ziekelijk te noemen. Ze leek te denken dat het beest dat haar arme moeder
verscheurd had een weerwolf was.
Hij vond het te gek voor woorden.
Daar stond ze. Haar haren piekten alle kanten op en haar gezicht was
verhit. Ze kwam uit de achterste schuur waar de grote oven stond en hield het
oude pistool van zijn grootvader bevend beet terwijl ze hem vol wanhoop
verwilderd aankeek. Druppels gesmolten zilver kleefden aan haar rokken en op
haar hand zat een grote brandblaar.
Op dat moment scheurde besef zijn
hersenen binnen en riep hij tevergeefs haar naam.
© Rafe
24 oktober 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten