woensdag 6 november 2013

Retraite

Veel tijd had hij niet nodig gehad om zijn spullen bij elkaar te pakken. Hij was een eenvoudig reiziger en had niet veel nodig. Bovendien was in het eeuwenoude huis –toevluchtsoord- alles aanwezig wat een verblijf comfortabel zou maken. Met zijn tandenborstel, schone kleren, goed voedsel en een mooie fles rood zou hij zijn tijd wel doorkomen. Het boek waarin hij al een aardig beginnetje had gemaakt had hij bovenop zijn spullen in zijn weekendtas gelegd. Voor zijn gevoel was hij er al een eeuwigheid in bezig, maar miste hij de tijd en de rust in zijn kop om zich er echt in te verliezen, terwijl hij zich daar zo op had verheugd. Precies dát was het wat hem had doen besluiten de boel de boel te laten en zich voor een tijdje terug te trekken. Met boek uiteraard.

De weg slingerde zich voor hem uit en het uitzicht benam hem de adem. De sneeuw was hier nog niet gesmolten en zoals altijd kwam het landschap waarin het oeroude familiehuis van zijn vriend zich bevond overweldigend binnen. Maar bedekt met sneeuw en zuiverwit als de veren van een zwaan was het helemaal onbeschrijfelijk mooi. Puur en ongerept in zijn woelige wereld die alsmaar doorraasde leek het een wintersprookje waarin alleen hij toegelaten werd. Met een gevoel van thuiskomen parkeerde hij zijn auto op de grote buitenplaats vlak voor de zware houten deur. Langzaam stapte hij uit en strekte zijn benen, keek uit over de witte vallei die zich tegenover het huis weids uitstrekte en sprak zacht zijn genoegen hardop uit over het toch nog onverwachte weerzien. “Hello again, daar ben ik weer.”
Vervolgens keek hij enigszins gegeneerd in het rond en grinnikte toen hij behalve een paar roeken die zich in de kale takken van de immense beuk naast het huis hadden verschanst, niemand zag. Uiteraard niet, er was hier geen sterveling behalve hij. Enthousiast draaide hij zich om naar het huis, riep baldadig ‘boe’ tegen de roeken, die verontwaardigd opvlogen en elders hun heil zochten, en stak de sleutel in het slot.

Het boek was fascinerend en was hem aangeraden door een vriendin. Stieg Larsson kon er wat van en hij wist dat hij na dit eerste deel ‘Mannen die vrouwen haten’ ook de andere twee delen van De Millennium Trilogie zou gaan lezen. Misschien zelfs wel hier op deze van alles en iedereen verlaten plek, zonder computer en met zijn telefoon wel bij zich, maar heerlijk rustig uitgeschakeld. Net als de hoofdpersoon Mikael Blomkvist dook hij diep in het geheim van de verdwenen Harriët Vanger. Met zijn benen ongegeneerd op tafel en zijn lange lijf genesteld in de meest luie stoel die je je voor kunt stellen, las hij bladzijde na bladzijde. Af en toe hees hij zichzelf overeind voor een mok thee, maar algauw zat hij weer met zijn neus in het boek en glimlachte om de vernuftigheid van de onaangepaste stoere Lisbeth Salander.
Langzaam werden zijn oogleden zwaar en gleed het boek uit zijn handen op zijn buik. De moeheid die al weken in zijn lijf zat kreeg hier vrij spel en in minder dan geen tijd rees en daalde het boek gelijkmatig mee op het ritme van zijn ademhaling. Toen hij wakker schrok van het gekras van de roeken in de beuk, kroop een lome glimlach op zijn gezicht. Heerlijk zo’n dutje, bedacht hij zich vergenoegd, terwijl hij zich eens lang en lekker uitrekte.

Ongewild gingen zijn gedachten met hem aan de haal en de voorbije periode trok langs zijn geestesoog. Een leven is nu eenmaal niet alleen maar zonneschijn, soms trokken er regenbuien voorbij die zijn grond, zijn basis, blank hadden gezet. Maar hij was altijd een kei geweest in doorzwemmen en deze eigenschap kwam hem nu goed van pas. Met zijn kop boven water had hij gezwommen voor wat hij waard was en was hij doorgegaan. Maar eerlijk is eerlijk, het was heerlijk dat hij nu even uit kon blazen en op adem kon komen.
In het boek was hij een zin tegengekomen die in zijn hoofd was blijven hangen. ‘Vriendschap is gebaseerd op vertrouwen en respect.’ En terwijl hij de rest van de muizenissen in zijn hoofd meegaf aan de ravenzwarte vleugels van de roeken, kon hij niet anders dan zich een gezegend mens voelen. Vriendschap in de ware zin van het woord verbrede zijn horizon en verdiepte zijn wereld. Lang niet iedereen kan zich zo gelukkig prijzen, maar hij wel. Hij realiseerde het zich, hier en nu, met zichzelf in een huis op een heuvel met geen ander gezelschap dan een intrigerende dikke pil die hij vast van plan was in alle rust uit te lezen.

Buiten gleed de schemering over de zacht glooiende heuvels en kroop langzaam op naar het grof gemetselde huis waar hij grillige schaduwen tekende. Een dag liep teneinde. De roeken hadden hun snavels in hun veren gestoken en de rook van de open haard kwam in gestage pluimen uit de schoorsteen. Binnen was het warm en behaaglijk en hij voelde zich meer op zijn gemak dan hij in lange tijd gedaan had. De Stieg Larsson lag uitnodigend opengeslagen in zijn stoel en gek veel meer aanmoediging had hij niet nodig. Tevreden liet hij zich weer in de stoel zakken en vond feilloos de alinea waar hij gebleven was.


© Rafe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten