Hoofdstuk 23
Jij mag me Van Zonderen noemen. Mijn naam is echter Johannes.
Johannes Petrus Maria de Wild, om precies te zijn. Johan is ook goed. Of Jo. Ik
luister overal naar. En nergens.
Mijn leven is een chaos. Een opwindende
werveling van verhalen, ideeën en illusies. Een vervelende bijkomstigheid ook.
Soms is de chaos compleet en de verveling ver weg. Als saaiheid de boventoon
voert, dan regeert de orde met ijzeren hand en betonnen teugels. Genadeloos.
Stil.
Mijn wereld is mooi. In de morgen straalt de dag me tegemoet. Ik open
mijn ogen en aanschouw de tijd die voor me ligt. Mijn avonden zijn somber. De
duisternis omvat me. Werelden groter dan ik ontvouwen zich in het donker en
dringen zich op.
Mijn leven glijdt voort in een zichzelf voortdurend
vernieuwend vacuüm. Een ruimte die zich uitstrekt tot in het oneindige. Een
benauwend geheel dat zich steeds strakker om me heen sluit. Adembenemend. Rigide
in zijn eenvoud.
Mijn wereld is van mij. Ik heb niets nodig. Begrijp me niet
verkeerd. Ik wil wel meer. Veel meer zelfs. Een oneindigheid van wensen en hoop,
van gedachten en woorden overvallen me herhaaldelijk.
Ik weet niet waar ik
vandaan kom. Ik weet wel waar ik naar toe ga. Mijn ondergang tegemoet. Net als
jij. Hoeveel tijd ik heb, weet ik niet. Dat wil ik ook niet weten. Een leven
zonder tijd en orde is mij meer dan genoeg.
Jouw wereld, het leven van jouw
mensen, het ontgaat me wat jullie bezig houdt en waar jullie naar toe gaan.
Voortjakkeren als dolle honden, altijd haast, een leven gedicteerd door tijd.
Zenuwachtig rennen door verlaten stations waar de omroeper het hoogste woord
voert, waar jij geen recht van spreken hebt. Nagelbijtend in de file. Niet
eenmalig, telkens weer. Een dodelijk saaie wereld, een leven van herhalingen.
Jouw mensen, hun leven glijdt gedachteloos voorbij. Stilzwijgend dromend van
andere levens. Die komen niet, dat weten ze wel. Maar de ontkenning overheerst.
De wens is de vader van de gedachte. De fantasie is de stem van een opstandige
tienerdochter voor wie het leven aan haar voeten ligt. Om na jaren
gedesillusioneerd terug te zien op een leegte die groter is dan ik kan overzien.
En mijn blikveld is wijds, groter dan jij je kunt voorstellen.
Ik aanschouw
de leegte. Talloze vragen rijzen. De antwoorden liggen klaar. De kou trekt op.
Het donker roept.
© La
Het vervolg geschreven door Rafe; Onontkoombaar
De tijd dringt. Ik voel het en ik ben niet bij machte het te veranderen. Ze
komen dichterbij Van Zonderen, Jo, en jij weet het. Als iemand ze zou kunnen laten
ophouden, ze zou kunnen laten stilstaan en hun godvergeten jacht zou kunnen
laten staken, dan ben jij het wel. Maar jij verkiest te drijven in het niets en
toe te zien hoe wij hier als mieren schijnbaar zinloos door elkaar rennen, op
weg naar telkens een nieuw doel. Een doel wat op het moment dat het behaald
wordt zijn importantie verliest en net zo zinloos wordt als het rennen op zich.
Ik ben het zo moe, het rennen in naamloosheid. Jij hébt tenminste een naam,
al laat je het voorkomen alsof hij er niet toe doet. Het maakt me wanhopig
Van Zonderen, want het is juist de anonimiteit van mijn wereld die me dieper en
dieper naar binnen zuigt. En nog ben ik niet veilig. Zelfs anoniem weten ze me
te vinden. Zonder mijn naam te noemen –’s nachts in het donker zoek ik telkens
weer tevergeefs wanhopig naar de letters die mij onderscheiden van een ander-
kennen ze mij en weten ze hun eisen aan mij op te dringen. Onontkoombaar.
Gedoemd mijn ondergang te bewerkstelligen. En jij, Van Zonderen? Of Jo….., de
afkorting die vriendschap doet vermoeden terwijl jij en ik allebei weten dat
vriendschap niet de basis is waarop wij ons voortbewegen. Wat doe jij als hun
hete adem niet meer mijn nek beroert, maar vol in mijn gezicht walmt?
Waar
ben jij dan Jo?
Ik vraag het je nog een keer, volgend op al die andere
keren waarbij mijn verzoek geleidelijk aan tot een smeekbede is verworden die je
onmogelijk kan zijn ontgaan; help mij!
Stap uit je zelfverkozen
hechteloosheid en doorbreek de stilte, Jo. Ik smeek het je, ondanks dat ik
liever mijn tong zou afbijten dan deze woorden uit te spreken, schenk mij een
fractie van het schier oneindige en ontsluit de onbegrensde engte die jou
verstikken zal.
Of je nu wil of niet.
© Rafe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten