maandag 2 oktober 2017

Oktober

Iedere ochtend doe ik mijn rondje met de hond. Lekker vind ik dat om zo mijn dag in te stappen..
De wereld nog in diepe rust. De stilte voelbaar. Het zijn ook die momenten dat je gedachtes het hoogste woord hebben. Vlijmscherp komen ze binnen, sommige zelfs met een vals geluid. Dan probeer je de klanken te stemmen zodat ze niet meer zo gemeen klinken. Het zingt in mijn hoofd en danst in mijn hart. Ik snuif de geur op van oktober en pluk de dag met liefde ✨

donderdag 7 april 2016

Schaduwkant

Ik weet niet meer precies wanneer je er mee begonnen bent. En waarom weet ik al helemaal niet. Maar op een kwade dag ging de telefoon en nam ik op, onbevangen, onwetend van het feit dat ik in de maanden erna nooit meer onbevangen de telefoon zou opnemen.
Jij was het.
Waarom zei je eigenlijk niks?
Dat het geen verkeerd gedraaid nummer was had ik al snel door, want je ademhaling kwam zwaar mijn gehoor binnen. Natuurlijk ging ik er van uit dat je een maffe hijgster of hijger was. Ik maakte nog een grapje, hing op en vergat het hele telefoontje. Tot je de dag erna weer belde en niks zei. En de dag erna ook. En die erna ook.
Alleen maar die ademhaling die mijn wereld ongevraagd en ongewild penetreerde. Als ik toen had geweten hoe ziek je eigenlijk was, was ik op dat moment linea recta naar de politie gegaan. Maar ja, toen ik maanden later bij een vage en ongeïnteresseerde agent aangifte deed, realiseerde ik me hoe slim je eigenlijk was. Ik wist niks van je.
Echt helemaal niks.

Ja, de foto’s die je op mijn werk liet bezorgen. De eerste keer kreeg ik zowat een hartverzakking toen Jordy, mijn directe collega, me vreemd aankeek en me zwijgend meevoerde naar mijn werkplek en daar alleen maar wees naar de verknipte foto’s die op mijn bureau lagen.
De uitgeknipte plaatjes van mij zonder hoofd die je bij mij, mijn ouders en mijn vrienden in de brievenbus stopte, jaagden niet alleen mij de stuipen op het lijf, maar iedereen.
Dát wist ik van je, dat en al die dingen die uit jouw zieke geest voortkwamen en die je op mij projecteerde.
En niet te vergeten de telefoontjes, die gekmakende telefoontjes! Nu niet meer zwijgzaam en stil, maar met langzaam en hard gefluisterde verslagen van wat ik die dag gedaan had.
Je weet wat ik bedoel hè, met hard fluisteren?
Ja, je weet precies hoe angstaanjagend dat is en welk effect het sorteert.

Mijn leven ging om jou draaien. Was dat de bedoeling? Was het precies dát waar het jou om te doen was, jij als wreed middelpunt van mijn leven?
Waarom heb je mij daar voor uitgezocht? Waarom in Godsnaam? Wat heb ik jou misdaan dat je mijn leven zo tot een hel maakt, dat ik bij iedere stap die ik zet al mijn zintuigen op scherp heb, omdat ik bang ben dat jij in de buurt bent. Dat je achter me loopt in de schaduwen van de straten en me observeert als een luipaard zijn prooi, klaar om aan te vallen. Bij iedere stap die ik zet moet ik me beheersen om me niet om te draaien in de hoop een glimp van je op te vangen, zodat ik tenminste weet wie er achter mij aanzit. Tot wanhoop drijf je me!
En je geniet ervan

Maar één ding ben je vergeten. In één hoek van mijn ziel ben je vergeten te kijken en als je dat wel gedaan had zou je geweten hebben dat ik het nooit toe zou staan dat jij mijn leven over zou nemen. Je bent zo van jezelf overtuigd, je hoogmoed heeft zich zo vastgezet in je brein, dat je onachtzaam bent geworden.
Heb je je nou serieus nooit afgevraagd waarom ik geen ander nummer heb genomen? Of een geheim nummer? Dacht je nu echt dat ik je wilde horen?! Heb je nu werkelijk gedacht dat ik lijdzaam toe zou blijven kijken hoe jij langzaam maar zeker mijn leven kapot maakt?
Je arrogantie heeft voor een storing in je antennes gezorgd, anders had je vast en zeker opgepikt waar ik mee bezig was en had je jezelf niet zo glansrijk verraden.
Oh, schrik je nu?
Ja schrik maar, want je hebt je verraden op zóveel manieren, dat als je het wist je er helemaal ziek van zou worden.
Luisteren, mijn beste, luisteren, dáár draait het om.
Maar je kon het niet hè, alleen maar luisteren naar mijn angst. Je moest en zou wat zeggen. Langer aan de telefoon blijven dan goed voor je was, alleen realiseerde je het je niet.
Langzaam maar zeker heb ik kleine stukjes informatie verzameld. Geluiden gehoord op de achtergrond terwijl je met je slepende stem mij angst in wilde boezemen. Woordjes heb ik opgepikt en aanwijzingen opgevangen waarvan jij niet eens wist dat je ze weggaf. Gékmakend langzaam kon ik verbanden leggen en puzzelstukjes op hun plaats leggen. Gekmakend langzaam kwam ik beetje bij beetje dichter bij je in de buurt en je hebt het niet eens gemerkt!
Ben jij nou een stalker?!

Dus als je klaar bent met lezen -en dat ben je bijna want ik ben klaar met mijn verhaal- zorg dan maar dat je ogen in je achterhoofd hebt en dat je sensoren op scherp staan, want ik ben er.
Hier, in de schaduw van jouw leven.

© Rafe 



woensdag 6 april 2016

Op Het Ritme Van Mijn Hart

Ik dans al jaren. Eigenlijk vanaf dat ik een klein jochie was. Op mijn pa zijn voeten zwierde ik door de kamer en tuin. Later ging ik alleen dansen en knalde vaak tegen een boom of struikelde over mijn eigen voeten. Het werd pas echt een ramp toen ik van solo naar duo ging. Met iemand anders dansen en toch één zijn is makkelijker gezegd dan gedaan. Het vergt heel veel van je lichaam en het staat en valt met vertrouwen in die ander. Ik hou van dansen. Het is dromen met je benen. Het is poëzie die beweegt. Het is je vleugels uitslaan in de ander. Het is Liefde en het is overgave. Ik struikel nog steeds wel eens over mijn voeten of dans ineens in een heel ander ritme dan de muziek. Maar het belangrijkste is dat ik dans en blijf dansen. Op het ritme van mijn hart. 
©Rafe


maandag 28 maart 2016

Over de Liefde



Over de liefde 
kun je eeuwig schrijven 
hoe jij en ik 
alleen en samen
de dingen doen 
en in beweging blijven
slaat het hart soms
op hol, maar immer de weg
waar jij vliegt en ik sta
uit de bocht, voorbij de wind
danst de stilte
de wolken om de maan

©Rafe

dinsdag 28 januari 2014

Keuzes maken

Hangt het leven er niet van aan elkaar?
keuzes maken
Je dacht dat je alles onder controle had, maar ineens blijkt het leven je een loer te draaien. Ineens gaat er van alles mis in je zo keurig geordende dagelijks bestaan. Je dacht dat je zeker was van de liefde, maar ineens sloop afstand als een stille sluipmoordenaar je relatie binnen en was niets meer zeker. Je deed je best, je trok alles uit de kast, maar het mocht niet baten. De afstand die geboren was groeide langzaam op en was niet meer weg te denken.
Daar, op dat moment, werd je met je neus op de feiten gedrukt en kwam het neer op dat waar het hele leven uit bestaat.
keuzes maken
Je dacht dat je die baan in the pocket had, jou zouden ze niet ontslaan. Jouw werk stak met kop en schouders boven dat van de rest uit. Het was niet in je opgekomen dat je misschien naar ander werk uit moest kijken. Tot die ene dag dat je met je mond vol tanden zat en er nog maar een schijntje van je zelfvertrouwen over was. Je kon gaan, met minder genoegen nemen. Daar op dat moment kwam het er op aan.
keuzes maken
Hoe moeilijk je het ook hebt, er is altijd een keuze. Hoe vaak wordt een verkeerde beslissing zo makkelijk terzijde geschoven met een maar ik had het moeilijk, of een ik kon er niks aan doen, het gebeurde gewoon, en daarmee je handen in onschuld wassend. Niet eens een sprank van verantwoordelijkheid willen nemen, maar het doen voorkomen alsof het allemaal zomaar op je pad kwam en jij het slachtoffer was.
Fout. Want iedereen met een goed werkend stel hersens, kan wikken en wegen, kan nadenken op het moment suprême. Kan blijven geloven en vertrouwen, kan vooruit kijken en inspelen op gebeurtenissen waarvan ieder weldenkend mens kan weten dat ze eraan zitten te komen of kan blijven denken aan hen die ze liefhebben, in plaats van voor het (kortstondig) eigenbelang te gaan. De weg die we inslaan, is de keuze die we maken.
Thats life. Dat is
keuzes maken



© Rafe





vrijdag 6 december 2013

Klik klak, klik klak

Klik klak, klik klak.
Als een kleine dame trippelt ze op haar hakjes naast me op weg naar de winkel. Toen ik zei dat het misschien beter was haar gympjes aan te doen, stond ze als een klein opgewonden standje tegenover me. Haar hakjes moesten het worden, haar hakjes zouden het zijn! *zucht* Je hebt een meisje en je zal het weten, dacht ik bij mezelf.
Ik geloof dat ze vandaag al drie keer van outfit is veranderd. En nou heb ik niet eens een hekel aan wassen en strijken, maar dit is zelfs mij iets te gortig.

Samen winkelen met mijn kleine meid is echt een feest, als je de definitie van feest een klein tikkeltje bijstelt. Zo klein als ze is weet ze exact wat ze hebben wil. Dat zijn dan jurkjes, rokjes, topjes, hippe jeans van grote merken, hakjes, armbanden en haarbanden. Alles piekfijn op elkaar afgestemd. In de winkel laat ze me mooie jurkjes zien, die pa natuurlijk bewonderend staat te bekijken, tot hij ineens op het flitsende idee komt op het prijskaartje te kijken. *SLIK* Ik had het kunnen weten. Een neus heeft ze ervoor. Madam houdt van kwaliteit! Op mijn, bij voorbaat al hopeloze pogingen het jurkje met nét een leuker prijskaartje bij haar aan te prijzen, staat ze me met naar de hemel opgeslagen oogjes en een diepe zucht over zoveel onbegrip, aan te kijken.
“Maar papa, die is toch lelijk?! Déze is mooi. Deze wil ik!”
En ach, wat doe ik dan? Het staat haar fantastisch en mijn hart smelt bij de aanblik van mijn kleine prinses in het geweldige hippe, maar schreeuwend dure jurkje. Dus zetten we samen hand in hand koers richting de kassa. Zij huppelend, ik iets langzamer omdat ik me vast schrap zet voor het eindbedrag wat straks digitaal voor mijn neus verschijnt. Want oh ja, dat vergat ik nog te vertellen. Hoe het mogelijk is weet ik nu ook niet meer precies, maar op de weg van de paskamers naar de kassa, is het haar gelukt om nog een haarband, twee paar maillots, een ketting en glitterelastiekjes te verzamelen. Die moeten er natuurlijk bij. Zucht, natúúrlijk. Het zou zomaar eens geen geheel zijn. Waar haalt ze het toch vandaan, mijn modebewuste meisje? Met haar kinnetje omhoog en de tas met nieuwe spulletjes stevig onder haar arm geklemd –zelfs de tás is hip- wandelt ze als een echte dame naast me de winkel uit.
Klik klak, klik klak
.

’s Avonds in haar bedje is de grande dame ineens weer mijn liefste kleine meisje. Met een wit gezichtje van de slaap en de tandpastageur heerlijk fris om haar heen, bedelt ze om een verhaaltje. Ondertussen zie ik haar oogjes steeds wegdwalen naar het jurkje wat we op een hangertje aan de kastdeur tegenover haar bedje hebben gehangen. Dan kan ze het goed zien en er heerlijk over dromen. “Morgen mag ik hem aan hè?” vraagt ze zachtjes. Als ik begin met protesteren omdat het morgen helemaal geen zomerjurkjesweer wordt, zie ik de kleine mannequin uit de winkel weer terugkomen, als haar ogen opstandig beginnen te gloeien. “Ja lieverd, morgen mag je hem aan. Mét een vestje erover.” glimlach ik haar geruststellend toe. Met een grote glimlach zie ik haar wegsoezen in een vast heerlijke droom over winkels vol met mooie jurkjes. Ik druk een kus op haar wangen. Als ik het dekbed wat hoger optrek doe ik net of ik het voetje met daaraan een hakje niet zie…..



 
© Rafe
22 juni 2009

woensdag 6 november 2013

Pikachu

Ik sta in de keuken wat te eten te zoeken als ik vanuit mijn ooghoek een gele vlek achter me langs zie rennen. Een gele vlek?
Razendsnel draai ik me om en zie nog net hoe het onder de bank in de huiskamer verdwijnt. Ik schud mijn hoofd terwijl ik me bedenk dat ik toch echt cola sta te drinken en geen wijn.
Er rent iets geels door mijn huis en het heeft zich onder de bank verstopt..... Hier moet ik meer van weten. Ik werp een blik door het raam naar buiten om er zeker van te zijn dat er geen onverwacht bezoek aankomt en sluip dan op mijn tenen naar de huiskamer, richting bank.
Héél stil leg ik het laatste stukje naar de bank af en ga zo geruisloos mogelijk door mijn knieën. Dan leg ik mijn wang op de grond en tuur in het donker onder de bank.
Niks.
Zie je het nou, ik heb het me verbeeld. Het is toch ook te gek voor woorden. Ik ben gewoon moe. Maar toch gluur ik nog even onder het verste uithoekje van de bank en rol bijna ondersteboven van schrik als twee oogjes mij vanuit dat hoekje aanstaren.
Eigenlijk wil ik wegrennen!
Wat is het?! Een gemuteerde spin? Een tot leven gekomen vaatdoekje? Wat zit er in Godsnaam onder mijn bank?!
Wil ik het eigenlijk wel weten…?

Precies op dat moment knipperen de oogjes lief en ik hoor heel zacht “pikachuuu”
“Pikachu? Pikachu?!!”
Heb ik een Pokémon onder mijn bank? Verbijsterd hap ik naar adem en wring mijn vingers onder het richeltje van de bank. Ik schrik me een hoedje als er plotsklaps een minibliksemschichtje mijn kant op flitst. Snel trek ik mijn hand terug en mompel zachtjes “Zoet maar, ik doe niks. Ik doe je geen kwaad hoor.”
Ik wil hem er onderuit hebben. Ik wil dat Pokémonnetje wel eens zien. Maar hoe krijg ik hem daar onder vandaan? Snel verzin ik een plan. Ik moet hem lokken met eten, natúúrlijk.
Maar wat eet Pikachu?
Op een holletje ga ik terug naar de keuken en breek wat stukjes chocola af. Weer op mijn knieën voor de bank piek ik een stukje chocola zijn kant op. Een boze bliksemflits schiet mijn kant op. “Okay okay, geen chocolade dus.”
Ik maak weer rechtsomkeert naar de keuken en snijd wat kleine stukjes kaas. Eenmaal terug bij de bank rol ik een brokje kaas eronder en nu blijft het even stil. Geen bliksemflits.
Hoor ik het nu goed? Hoor ik hem smakken?
Als ik een tevreden “pika chuuuu” hoor, snel ik terug naar de keuken voor meer kaas. Bij de bank rol ik nog wat stukjes kaas eronder, maar steeds een stukje verder weg. Een kaasspoor zó onder de bank vandaan. Dan ga ik muisstil in een stoel tegenover de bank zitten en wacht heel rustig af….

Ja hoor, daar zul je hem hebben. Doodstil zit ik als ik voorzichtig twee gele handjes onder de bank uit zie komen, gevolgd door een lief geel snoetje met grote zwarte ogen. Dan wurmt hij zijn gatje met een rukje ook onder de bank vandaan en ik sta oog in oog met een schattig geel wezentje. Pikachu!
Hoezo dat kan niet?
Nou echt wel dat dat kan, ik zie het toch zelf?!
Voorzichtig leg ik een stukje kaas op mijn hand en houdt hem naar voren. Zo moet hij wel naar mij toekomen. Ik heb nog niet met mijn ogen geknipperd of ik zie een flits, voel een steek in mijn hand en zie de kaas door de lucht vliegen en zo verdwijnen in het opengesperde bekkie van mijn indringertje.
Dat doet hij knap, bedenk ik me met open mond.
Voor ik het weet gooi ik een stukje kaas in de lucht en ja hoor….*flitssss* en de kaas vliegt zo zijn kant op. Tevreden smakkend eet hij het op, mij verwachtingsvol aankijkend.
We maken er een spelletje van. Ik ga steeds een stukje verder weg staan en gooi dan een stukje kaas in de lucht. Binnen no-time schiet er een bliksempje door mijn kamer en is de kaas zijn kant op verdwenen. Vergis ik me nu of kijkt hij triomfantelijk, terwijl hij de laatste restjes kaas doorslikt.
Het monstertje, grijns ik.

Een beetje besluiteloos sta ik hem aan te staren. Waar is hij zomaar ineens vandaan gekomen? En waarom?!
Hij moet natuurlijk weg, dat kan niet anders. Mensen zien me aankomen met die gele bliksemflits. Ze zullen denken dat ik niet goed wijs ben geworden.
Nee, hij moet beslist terug naar waar hij vandaan is gekomen.
Maar waar is dat?!
Op dat moment klinkt een zacht "pikachuuuu" en kijken twee donkere oogjes uit een scheef gehouden koppie, mij smekend aan.
"Ach....stil maar. Ik help je wel, we vinden wel weer hoe je terug komt naar ehhhm....sja....naar Pokémon wereld?"
Terwijl ik het hem beloof komt Pikachu aangewaggeld en flitst ondertussen mijn schemerlampen aan. Vlak voor mijn voeten blijft hij staan en ik steek heel voorzichtig mijn hand uit, bang om onder stroom te komen te staan. Hij knippert verdrietig met zijn oogjes en voor ik weet wat ik doe heb ik de kleine gele bliksembol al op mijn schoot gepakt en kriebel ik hem achter zijn oortjes. Als dank flitst hij de radio aan.

Ineens weet ik wat ik moet doen. Natúúrlijk. Ik moet zoeken tussen de kaarten van onze ukkies. Tussen hun boekjes. Je zult het ook net zien hè, zijn ze er niet, belandt er een Pokémon onder onze bank! Snel zet ik Pika op de grond en ren naar boven, op jacht naar alles wat ik over Pikachu's kan vinden. Bovenaan de trap kijken de twee donkere oogjes mij ondeugend aan.
"Zeg! Je lacht me toch niet uit hè? Ik moet gewoon de trap oplopen hoor, jij kleine gele donderwolk!"
Onmiddellijk floepen alle lampen ook hier aan en ik hoor hoe de pc zich met een zacht piepje aan het opstarten is.
"Zal ik hem stiekem houden?" flitst het door mijn hoofd. Het is wel erg handig hoor, zo’n geladen geel wondertje en lief is hij ook nog! Dat gaat me misschien wel kilo's kaas kosten, maar het spaart vast enorm op de energierekening!
Verdrietig fluistert hij "pika....chuuuu".
Ik geef hem een geruststellende knipoog en graai vastberaden naar de boekjes met mijn ene hand, en met mijn andere tiep ik vanalles in op de computer. Pickachu zit naast me en heeft zijn handje verwachtingsvol op mijn been gelegd.
"Hmmmm" peins ik. "Als ik het goed begrijp dan......"
"En als we dan dat doen......" Ik voel hoe Pikachu van pure opwinding in mijn been knijpt.
Ik zit op het goeie spoor!

Niet veel later zijn we allebei weer beneden. Jaja....ik als laatste uiteraard, gewoon met de trap.
Alle electrische apparaten die ik kan vinden in huis heb ik naar beneden gesleept. Ik weet wat er met mijn gele vriendje aan de hand is. Zijn stroom is op! Hij kan nog wel een beetje stukjes kaas naar zich toebliksemen, maar dat is het dan ook wel. Hij is eigenlijk gewoon op...ehhh...leeg.
Driftig ja knikkend waggelt Pika om de berg electrische apparaten heen. Echt alles heb ik verzameld! Midden in mijn woonkamer liggen twee fohns, de magnetron en de stofzuiger, twee tv's, een oud kacheltje, cdspelers en alle radio's die ik vinden kon, tot en met het kleine transistorradiootje aan toe. En nog veel meer. Het is een berg van jewelste! Alle lampen in huis doe ik aan, de mensen die voorbij lopen zullen wel denken, maar dat kan me niks schelen.
Ik ben Pikachu-redder vandaag!

Als echt álles op een grote hoop ligt en ik alle stekkerdozen die kon vinden op de apparaten heb aangesloten, lopen we nog even naar de keuken, Pika en ik.
Ik schuif hem nog wat kaas toe en hij schiet wat bliksemschichtjes van pure blijdschap de keuken in. "We gaan je opladen vriendje" vertrouw ik hem toe. "pikaaa...chu!" klinkt het diep tevreden.
Ergens op een achteraf paginaatje op internet heb ik de oplossing gevonden. Het gebeurt bijna nooit, maar heel héél af en toe komt het voor dat een Pikachu 'op' raakt. Als dat gebeurt zijn ze afhankelijk van de mensen en hun electriciteit. Alleen dan kan hij zich voldoende opladen om terug te komen naar Pokémonwereld en al zijn andere vriendjes.
Gelukkig is hij bij mij terechtgekomen. Ik barst van de apparaten in huis. En de kaas!
We kijken elkaar nog even diep aan en ik zie een klein schichtje van dankbaarheid uit zijn lieve oogjes flitsen. "Kom, kleine gele vriend van me, we gaan je opladen!"

Alle lampen in huis heb ik nu aanstaan, de radio's en tv schallen door elkaar heen en de stofzuiger en de fohns liggen als razende te zuigen en te blazen. Het is een kakefonie om gek van te worden. Pika springt zenuwachtig in het rond. Als echt alles aan is pak ik de twee draadjes die ik met de enorme berg heb verbonden bij het plastic beet. Ik moet er toch niet aan denken dat ik die koperdraadjes aanraak...dan vertel ik het mooi niet na en zit Pika hier voor eeuwig vast. Leg dat maar eens uit naderhand!
Mijn hoofd barst bijna uit elkaar van alle herrie en de electriciteit die rondzindert. Nog even....nog heel even en dan duw ik de uiteindjes van de draadjes naar Pikachu toe. Hij kijkt mij hartverwarmend aan, geeft me een laatste bliksemknipoogje en pakt dan met zijn kleine gele handjes de draadjes vast.
Een enorme flits verlicht mijn kamer. Ik lijk de nutty professor wel! Direct daarop een gigantische knal en een rookwolk waar ik niet doorheen kan kijken. Ik hoor een luid "PIKACHUUUU" en val achterover door de schok.
Versuft lig ik op de grond en wapper met mijn handen de rook weg.
Is het gelukt?!
Heb ik hem naar Pokémonwereld geholpen?
Eindelijk kan ik wat zien. Een enorme ravage van apparaten die nog na staan te roken is het enige wat ik zie.
Geen kleine gele vriend. Geen bliksempjes. Geen Pikachu.
Het is gelukt!!

Later, veel later schrik ik op van onze ukkies die aan me staan te sjorren. Dwaas kijk ik de kamer rond. Waar zijn alle apparaten gebleven? Waar zijn de stekkerdozen en draden? Ik ren naar boven en zoek naar de Pokémon kaarten. Ze liggen keurig op een stapeltje in de kamer van de ukkies.
"Papa, je bent in slaap gevallen op de bank" zegt mijn uk verwijtend.
De ukkies van mijn lief gniffelen en springen bovenop me.
Ik schud ontkennend met mijn hoofd. "Niks daarvan hoor, ik heb niet geslapen!" Vertwijfeld wrijf ik over mijn hoofd. Heb ik het dan allemaal gedroomd?!
Suf sta ik op en loop naar de keuken om een broodje voor ons te gaan maken. Als ik de kaas wil pakken grijp ik mis.
Op!
Alles!
Net als ik helemaal in de war de koelkastdeur weer dicht wil doen, flikkert het lichtje in de koelkast. Ik knipper verbaasd met mijn ogen als ik zacht vanuit de verte "pika....chuuu!" hoor klinken!


© Rafe
21 okt 2008