donderdag 31 oktober 2013

Circus Mirabelli

Het sjorren aan haar mouw en zijn opgewonden stemmetje kwamen tegelijk.
“Oma, oma! Oma, kijk daar!”
Ze keek in de richting die hij aanwees en haar hart sloeg een tel over. Een steek prikte venijnig op een plek waarvan ze dacht dat ze dergelijke steken allang niet meer zou voelen, maar de vrolijke rode letters kregen voor elkaar wat ze voor onmogelijk had gehouden.
“Circus Mi-ra-bel…, Mirabelli! Oma, het heet Circus Mirabelli!”
Zijn stem was hoog van opwinding en hij struikelde over de naam van het circus. Lettergreep na lettergreep mokerden de woorden van haar oogappel in haar brein.
Ze haalde diep adem en zuchtte de eerste schrik weg en forceerde een glimlach op haar gelaat.
“Dat lees jij al knap zeg. En wow, een circus!”
“Gaan we daar naar toe oma? Toe, als het mag van mama? Het mag vast van haar.”
Hij ratelde opgewonden door en al lopend keek hij zoekend in het rond alsof hij soms al leeuwen of tijgers kon betrappen achter een struik of een lantaarnpaal. Ondanks zichzelf moest ze glimlachen terwijl ze samen het laatste stukje naar het huis van zijn mama, haar dochter, liepen.

En daar zaten ze nu, haar schat van een kleinzoon en zij, met een grote emmer popcorn tussen hen in, terwijl de lichten alles fel lieten schitteren en de muziek vrolijk via de ronde wanden van de tent heen en weer kaatste. Haar dochter had diezelfde avond nog gebeld; of ze het erg vond om met hem naar het circus te gaan? Hij was zo enthousiast en zij kon onmogelijk vrij nemen.
Ach, hoe had ze kunnen weigeren? Ook al was het circus de laatste plek op aarde waar ze wilde zijn. En zéker Circus Mirabelli. Ze kon de gedachte alleen al bijna niet verdragen….. Maar ze gunde haar dochter haar carrière én haar zoon, ook al kon ze het niet begrijpen. Ze had vurig gewenst dat zij niet had hoeven werken om de touwtjes aan elkaar te knopen, als alleenstaande moeder, als verstotene. Maar ja, tegenwoordig was alles anders, beter, vrijer.

De geur van het circus drong niet alleen haar neus binnen, maar zoog haar terug de tijd in.
Hij was zo knap geweest, zo onweerstaanbaar knap. Circus Mirabelli had hun stadje aangedaan en ze was er vanaf het eerste moment niet weg te slaan geweest. Ze was tegen hem aangebotst terwijl ze tussen de woonwagens rondstruinde en het was alsof de wereld was gestopt met draaien. Zijn ogen waren betoverend en zijn sterke armen hadden haar opgevangen alsof ze lichter woog dan een veertje. Hij was verblindend knap en zijn lach had iets in haar binnenste laten borrelen, waarvan ze zeker wist dat vader en moeder dat ten strengste zouden afkeuren.
Natuurlijk was het opgevallen dat ze continu bij Mirabelli rondhing; ze had al haar taken versloft en moeder was haar telkens kwijt geweest.
Maar ze had toch al een broertje dood gehad aan de stomme klusjes die ze op de huishoudschool moest doen, dus had ze voor het eerst van haar leven gespijbeld. En oh wat was het zalig geweest. Hij was álles voor haar en alle voorstellingen had ze op het speciale, door hem geregelde plekje in de tent gezeten terwijl ze de lucht van zaagsel en dieren diep had opgesnoven, het was bedwelmend! Het toppunt van gelukzaligheid was als hij door de lucht zweefde en het licht het zilver in zijn pak als sterren aan een purperen hemel liet schitteren. Dat moment was ze volmaakt gelukkig.
Ze had haar hart verloren, daar in de tent van Circus Mirabelli.

Ach, was het alleen maar haar hart geweest. Ze zuchtte diep.
Verbijsterd was ze toen ze niet ongesteld werd, verbijsterd maar toch ook blij, haar toekomst zou aan zijn zijde zijn, in het circus.
Hoe godsgruwelijk dom was ze geweest. Hoe had ze ooit kunnen denken dat vader en moeder dat goed zouden vinden.
Samen hadden ze het verteld, hand in hand, en ondanks hun zenuwen toch moedig, omdat ze wisten dat ze van elkaar hielden. Overmoedig, naar later bleek.
Diezelfde avond had ze zich schreeuwend en krijsend verzet als een circustijger, toen vader en moeder haar de stad uit hadden gebracht, ver weg naar haar oom en tante in een gehucht in de provincie. Rivieren had ze gehuild toen ze in de verte de toppen van het rode tentdoek had zien verdwijnen, volkomen in paniek omdat ze zich voorstelde hoe hij de volgende morgen tevergeefs op haar zou wachten, niet wetend wat er gebeurd was.
Die nacht was haar hart gestorven en zelfs het schattige meisje dat maanden later geboren werd, had het niet weer helemaal levend kunnen maken.

De muziek stierf weg en een roffel zette in. Ze voelde de druk van haar kinds kind in haar hand, zijn warme vingertjes knepen van opwinding in de hare. Met het tromgeroffel, de lichten en de geur kwam haar hart langzaam tot leven en pijn scheurde het doormidden toen de bundel licht stil bleef staan in het midden van de piste. Scherp zoog ze zuurstof naar binnen om het misselijkmakende duizelige gevoel wat haar zicht vertroebelde kwijt te raken, toen ze zag wie de spreekstalmeester was.
“Oma?”
Ze kon niets uitbrengen maar gaf een kneepje in het warme kleverige handje.
“Oma….oma huil je nu?”
Ze schudde haar hoofd en bracht verstikt uit, “Eventjes maar jongen, van spanning denk ik.”, terwijl haar ogen gericht waren op zijn opa.


© Rafe

12-11-2010

Geen opmerkingen:

Een reactie posten